1.Ademhaling in de buik: brengt ontspanning en rust.
Deze oefening kan liggend, zittend en staand uitgevoerd worden. Leg de linkerhand op de buik, de ander erover of ernaast. Adem naar de hand toe.(Aan kinderen niet teveel de ademhaling benoemen. Dan gaan ze te extreem ademen). Een correcte richtlijn (die je dus niet noemt, maar die je als begeleider zeker moet weten); als je inademt gaat de buik op, als je uitademt gaat de buik neer.
Dit is voor sommige kinderen erg moeilijk. Vaak ademen die kinderen in de borst, in plaats van de ruimte in de buik te gebruiken. Dan zijn ze heel waakzaam en alert.
Deze oefening is in een groep of individueel te begeleiden.
Een mooi vervolg is de vierkant ademhaling, die brengt concentratie en rust in het hoofd. (wordt vervolgd)
2.Kijken: brengt concentratie.
Deze oefening leert kinderen wat concentratie is, het begrip krijgt hierdoor betekenis.
En er staat een beloning tegenover in je eigen hoofd.
Kijk naar het puntje in de O. Blijf kijken naar het puntje in de O. Hou vol. .... Sluit je ogen en kijk met gesloten ogen naar het puntje in de O, niet zeggen wat je ziet! Wie heeft het niet gezien? Voor hen doen we het allemaal nog een keer. Ogen open, kijk naar het puntje in de O.... wat zie je?
Het leuke is dat deze oefening makkelijk vaker herhaald kan worden omdat het effect van wat je ziet elke keer weer even anders is door afstand en licht omstandigheden.
3. Visualisatie: maakt je eigen plek stevig. Staand of zittend uit te voeren.
Stel je voor dat je spikes aan je voeten hebt, of dat er wortels uit je voeten de grond in groeien. De aarde draagt je en geeft je te eten.(Hier neem je even de tijd voor.)
Stel je voor dat een prachtige regenboog douche door en om je heen jou schoon spoelt. De lucht is helder en je wordt helemaal fris en schoon.(Hier neem je even de tijd voor.) Nu kan je weer fris verder, en dat verdergaan is vlakbij je, kijk maar naar waar je voeten nu zijn.
Deze visualisatie komt uit de Inca traditie.
4. Aanraken: verbetert de samenwerking. Oefening van Marijke Sluiter.
Werk in tweetallen, kies iemand waarmee je nog niet eerder was. Schrijf een letter of maak een tekening bij de ander op de rug. Geraden? Wissel als het belletje klingelt.
Simpele zachte aanraking spelletjes hebben tot gevolg dat schoppen en slaan vermindert.
Een vervolg hierop is een eenvoudige Do-Inn oefening, regendruppeltjes op het hoofd, met losse vingers. Het weerbericht op elkaars rug uitbeelden, droog, regen, zon, sneeuw.
Maak een lemniscaat beweging (omgevallen 8) over de schouderbladen.
Laat de kinderen met iemand werken waar ze nog niet eerder mee waren, doe als leerkracht ook mee.
Succes gegarandeerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten